Arjan Hartog fotografie
Webdesigner Arjan Hartog
Tips en trucs.

Binnenopnames.

Buitenopnames.

Portretten.

Huisdieren.

Strand en sneeuw.

Natuur en close-up.

In de dierentuin.

Citytrips.

In het museum.

Sport en spel.

Flitsen.

Weg met rode ogen.

Fotografiesite.

Tips en trucs
Citytrips

Tijdens een stadsbezoek maak je de meest uiteenlopende soorten beelden. Ideaal dus om eens alle opties van je nieuwe camera ten volle te benutten.

We beginnen met een heel praktische tip: boek in een hotel in het oostelijk deel van de stad. De zon komt immers op in het oosten. Wanneer je dan ‘s morgens vanuit je hotel richting centrum loopt, heb je de zon achter je. Door dat zonlicht zie je dan veel meer mooie details dan iemand die vanuit het westen komt en de zon in de ogen krijgt. Gesteld dat ze schijnt, natuurlijk…

De lichtomstandigheden en de onderwerpen die je wilt fotograferen zullen voortdurend veranderen. Daarom kun je best zoveel mogelijk aan de camera overlaten. Kiest voor de volautomatische modus (Auto) of de programmastand (P). Ook de witbalans stel je best in op automatisch.

Wil je gebouwen fotograferen, zoek dan naar zijdelings licht. Desnoods keer je later op de dag terug, wanneer het gebouw dat je wilt fotograferen zijdelings wordt verlicht. Zoek naar mooie typische details, sferen, kleuren, en vergeet zeker ook de aanwezige mensen niet.

De grote contrasten tussen licht en schaduw durven de stadsfotograaf wel eens parten spelen. Onze ogen passen zich aan dergelijke verschillen snel aan, maar op de foto worden die zogenaamde schaduwpartijen heel donker weergegeven. En de lichte gedeeltes worden overdreven licht wanneer je ze samen met donkere vlakken in beeld brengt. Je kunt voor je lichtmeting daarom een spotmeting overwegen op een licht gedeelte en vervolgens de waarden die je camera opgeeft gebruiken om je totaalbeeld te schieten. Nu zullen de schaduwpartijen nog altijd erg donker overkomen, maar de lichte delen zijn tenminste juist belicht.

Perspectief

Een van de mooie effecten die je in een foto kunt nastreven is een opvallend perspectief, en daar is een stad bij uitstek geschikt voor. Perspectieflijnen zijn er genoeg – het komt er maar op aan die zo goed mogelijk te benutten. Een interessante voorgrond is een goed begin. Maar als er te veel elementen in beeld komen, maakt je foto een rommelige indruk krijgt.

Door de perspectiefvertekening lijkt het alsof het gebouw gaat omvallen. Als je een gebouw gaat fotograferen en je er erg dicht bij staat zul je je lens helemaal moeten uitzoomen (groothoekstand) om het hele gebouw op de foto te krijgen. Daardoor krijg je een aanzienlijke perspectiefvervorming. Op het moment dat je je camera naar boven toe richt, gaan de zijmuren van een gebouw schuin naar mekaar toelopen. Dat kan een mooi effect opleveren, maar het kan ook de indruk wekken dat het gebouw op omvallen staat.

Zorg er zeker voor dat je je camera goed horizontaal houdt. In de fotohandel vind je eventueel mini-waterpasjes die op je flitsschoen passen, wat erg handig kan zijn.

Door meer in te zoomen kun je sprekende details isoleren. Door het inzoomen worden de voorgrond en achtergrond ook dichter bij mekaar gebracht, zodat de verhoudigen juister en soms mooier tot hun recht komen. Een groothoeklens doet net het tegenovergestelde; de voorgrond wordt overdreven groot weergegeven ten opzicht van de achtergrond.

Interieurs

Door de camera op een bankje te plaatsen en de zelfontspanner te gebruiken is er geen bewegingsonscherpte, ondanks de erg lange sluitertijd.

Ongetwijfeld stap je al eens een kerk of museum binnen. Voor het interieur van een groot gebouw zoals een kerk is je flitser helemaal niet toereikend. Zet die dus uit en verhoog liever de gevoeligheid van je toestel naar ISO 400 of meer. Maar zelfs dan is de kans groot dat er nog te weinig licht is om een scherpe foto te maken. Een mogelijkheid om toch een goede foto te maken is je toestel op een kerkstoel of een ander stabiele ondergrond plaatsen en dan voorzichtig af te drukken. Op deze manier kan je een sluitertijd gebruiken die flink wat bewegingsonscherpte zou opleveren als je je toestel in de hand hield.

Als je zeker wilt zijn dat je camera absoluut niet beweegt, kun je eventueel de zelfontspanner activeren, zodat je camera pas na een seconde of tien de foto maakt. Intussen kun je het toestel rustig neerzetten en hoef je het niet meer aan te raken op het moment dat de opname wordt gemaakt.

Tenslotte nog wat reistips. Vergeet niet om je batterijlader mee te nemen, en eventueel een adapter voor het lokale stroomnet. Zelfs in Europa gebruikt niet ieder land dezelfde stopcontacten. Voor langere reizen zijn extra geheugenkaartjes of een fototank ook aangewezen.

Checklist stadsbezoek

* Gevoeligheid: ISO 100 of 200
* Opnamestand: volautomatisch of programmastand
* Witbalans: automatisch
* Bij hoge contrasten tussen licht en schaduw: spotmeting op de lichte delen.

Tip

Gebruik spotmeting als de contrasten tussen licht en donker erg hoog zijn.